TONEELPRODUCTIES
Oskar bezit een knal van een optrekje en besluit daar een feestdiner te geven. De reden: de drie zonen van zijn overleden broer een drieling zelfs worden meerderjarig en kunnen eindelijk aanspraak maken op de erfenis. De drie zonen komen echter niet alleen. In “Het Paradijsken” resideren ook een baron met zijn eega, en verstrooide professor met zijn vrouw, de lieftallige dochter van Oskar, een butler en een kamermeisje die het bekijken meer dan waard is. De erfenis zelf ligt netjes opgesloten in een klein kistje en wie denkt dat daar een fortuin aan geld zal uitkomen, die heeft het verkeerd voor. Bovendien geraken de drie broers niet zonder slag of stoot aan die erfenis, want één van de voorwaarden is dat ze alle drie moeten aanwezig zijn. Dat van de gelegenheid ook geprofiteerd wordt om concurrenten uit te schakelen, dat ligt voor de hand. Klap op de vuurpijl is natuurlijk wanneer een broer meent er goed te moeten aan doen ook in de huid van zijn andere broers te moeten kruipen. De verwarring stijgt dan ten top en blijkbaar is alleen maar een knappe dienstmeid in staat om dat probleem te doorgronden. Die werpt het dan op een akkoordje met de snode broer en meteen geraakt men verzeild in eindeloze verwikkelingen die zelfs een nederige Oskar in de problemen brengen.
MIJN LIEVE KWELGEEST (1967)
ROLVERDELING
Koninklijke Toneelkring De Morgenster © 2016
ADRESSEN Maatschappelijke Zetel Ruipenbroekstraat 13 2880 Hingene-Bornem Secretariaat straat 2880 Bornem Schouwburg Edmond Vleminckxstraat 73 2880 Hingene-Bornem
INHOUD
Petrus Buyst Oskar De Wit Magda Segers Danielle De Wit François Stevens Jaak De Wit Wim Meyers Freddy De Wit Fons Desmedt Johnny De Wit Daniël van den Bossche Professor Astrakan Marie-Cecile Roskam Mevr. Astrakan Hervé Buyst Baron van Heerleghem Magda Roskam Barones van Heerleghem Benony Jean-Claude Christiane Cuyt Patty Lode Van Herbruggen Oswald Jan Roskam REGIE